Adapter pattern
The adapter pattern gebruik je als er incompatabiliteit bestaat tussen objecten, bijvoorbeeld een bestaand stukje software wat een bepaalde object verwacht terwijl hij beschikt over een ander object.
Op dit moment kun je dus een object-adapter pattern
gebruiken:
- Een class die de interface overerft van het object wat door de
bestaande software verwacht wordt.
- Een property waar je het object in opslaat waarover jij de beschikking had.
- Methods die op het moment dat het object in deze class opgeslagen wordt de waardes van de properties uit dit object halen en deze opslaan in de lokale class.
Vervolgens kun je dit object aan de bestaande software aanbieden.
Daarnaast bestaat er nog een class-adapter pattern:
- Een class die zowel de interface van het object dat verwacht
wordt overerft alswel de interface van de class die jij hebt.
- De property's van de classes worden onderling doorgezet.
- et Voila